|
Ploeg – Boordenslag (boordroeien) |
Oefen: | Op aangeven van de stuur of boeg proberen de bakboordroeiers de boot in drie tot vijf halen op stuurboord te leggen. Zie ook ![]() ![]() |
Type: | Motorische oefening. Dit omdat de sensoriek en motoriek van de roeiers getraind wordt. |
Doel: | Leren om de boot actief recht te houden. |
Focus: | Focus op de hendel en bepaal bij haal en recover hoe hoog die moet zijn om de boot recht te houden of scheef te leggen. Kijk naar de riggers of boordranden om te zien of de boot recht ligt. |
Transfer: | De stuur introduceert een balansverstoring door zijn romp opzij te gooien. De ploeg legt direct de boot weer recht. |
Variatie: | In plaats van de vier mogelijkheden volgordelijk af te werken, worden ze willekeurig afgewisseld. In plaats van drie halen, twee halen, één haal of een gevarieerd aantal halen. In twee, vier en sommige achten, kan ook één of meerdere roeiers gevraagd worden om ieder met hun riem balansverstoringen aan te brengen in plaats van het hele boord. De roeier die het eerste er in slaagt om de boot twee halen op een boord te krijgen roept "Bingo" en heeft een punt. |
![]() |
Ploeg – Tubben |
![]() |
Conditioneel – Tien kleine kaboutertjes |