|
Dolhoogte
|
Begrip: |
Het verschil in hoogte tussen het steunvlak van de dol (het horizontale gedeelte waar de riem op ligt), gemeten op 0,5 cm van het aanlegvlak van de dol (het verticale gedeelte waar de riem tegen rust), en het diepste punt aan de voorzijde van het bankje wanneer dit de voorstops raakt. |
Maten: |
Gemeten in centimeters: 13cm–18cm. Bij het scullen wordt de stuurboord dol tot 2 cm hoger geplaatst dan de bakboorddol om het over elkaar heen halen van de handen te vergemakkelijken. Bij boordroeien staan de stuur- en bakboorddollen altijd op gelijke hoogte. |
Effect: |
+ |
De riem haalt lastiger aan, het roeien met golven wordt gemakkelijker. |
– |
De riem haalt gemakkelijker aan, het roeien met golven wordt lastiger. |
|
Meten: |
Met behulp van een rechte lat (1) of dolhoogtemeter (2), zoals hieronder geschetst. LET OP: Bij oudere of slecht gebouwde boten kan het zijn dat het dek niet evenwijdig loopt aan de boordrand. In dit geval moet met behulp van een ophooglatje de boordrand aan een zijde worden opgehoogd. Deze evenwijdigheid kan worden bepaald door een lat op de boordranden te leggen en met behulp van een rolmaat de afstand tot de slidings te meten. Vervolgens kan de evenwijdigheid van de slidings en boordrand worden vastgesteld en daarmee ook de hoogte van het eventueel noodzakelijke ophooglatje worden bepaald. |