|
Achter het werk afstand
|
Begrip: |
De afstand gemeten in de lengterichting van de boot tussen het hart van de dolpen en de achterzijde van het bankje wanneer de roeier met gestrekte benen zit. De afstand achter het werk wordt bepaald door de beenlengte van de roeier, de afstelling van het voetenbord en de dolpositie in de lengterichting van de boot. |
Maten: |
Gemeten in centimeters: 60 cm–67 cm |
Effect: |
+ |
Meer achter het werk geeft een lichtere inpik en een zwaardere uitpik. |
– |
Minder achter het werk geeft een zwaardere inpik en een lichtere uitpik. |
|
Meten: |
In centimeters met een rolmaat of strook plakband. Op een strook plakband wordt met merkstift een centimeterschaal gemaakt, (bijvoorbeeld van 60cm tot 70cm). Deze strook plakband wordt vervolgens met behulp van een rolmaat op de juiste positie geplakt. Wanneer de roeier met uitgetrapte benen zit, kan hij vervolgens zelf kijken hoe veel hij achter het werk zit. Bij het begrip Door het werk is aangegeven hoe de hartpositie van de dol op de boot kan worden gemarkeerd. |