
|
Oploophoogte
|
| Begrip: |
Het verschil in hoogte tussen het laagste en het hoogste punt van de sliding, gemeten vanaf het emplacement. |
| Maten: |
Gemeten in centimeters: 1,5cm–3cm |
| Effect: |
| + |
Hoe hoger de oploophoogte, hoe gemakkelijker het is om bij de uitpik het blad in het water te houden. |
| – |
Hoe lager de oploophoogte, hoe hoger de hendel(s) moet(en) worden aangehaald om het blad/de bladen in het water te houden. |
|
| Meten: |
Met behulp van een rolmaat wordt aan de achterzijde van de slidings het verschil in centimeters tussen het emplacement en de onderzijde van de sliding gemeten. |
| Stellen: |
Kan alleen gesteld worden door de wig onder de sliding te vervangen door een hogere/lagere wig. |