
|
Riggerpositie
|
Begrip: |
Positie van de dolpen ten opzichte van de roeiplek oftewel de afstand van het dolpenhart tot aan het verste end van de voetenbordstrip. Vroeger werd hiervoor de afstand tussen het dolpenhart en het hart van het hoofdspant genomen, maar bij de spantloze botenbouw kan dat niet meer. |
Maten: |
Gemeten in centimeters |
Effect: |
+ |
Hoe groter de afstand hoe minder de roeier de mogelijkheid heeft om een afstelling door het werk te kiezen. |
– |
Hoe kleiner de afstand hoe meer de roeier door het werk kan afstellen. |
|
Meten: |
Met behulp van een rolmaat. Meet de afstand tussen de voorzijde van de voetenbordstrip en de in de boot gemarkeerde hartpositie van de dolpen. Bij het begrip Door het werk is aangegeven hoe de hartpositie van de dol op de boot kan worden gemarkeerd. |