Het gedeelte van de roeibeweging waar het blad zich boven het water bevindt, wordt ook wel de “recover” genoemd. De recover begint in het rustpunt, dit punt is zowel start- als eindpunt van de haal. De roeier is ergens tussen vaste bank en ¼ bank opgereden. Spieren die niet worden gebruikt zijn ontspannen. De schouders zijn laag, dat wil zeggen ze worden niet opgetrokken. De armen zijn gestrekt en de roeier is voldoende ingebogen. 

Langzaam en gelijkmatig (dat wil zeggen met één snelheid) wordt naar de inpik opgereden. Bij de inpik staan de onderbenen verticaal (niet verder) en mag de borst tegen de benen aankomen. De hoek van de romp met de boot verandert niet. Direct na de knieën wordt het blad rustig – in één beweging door – verticaal gedraaid. De verhouding tussen haal en recover ligt tussen de 1:1,1 en 1:1,5. De recover duurt dus 10% tot 50% langer dan de haal. 

	Handen
	Inpik