Oefeningen

Conditioneel – Tempotraining

Oefen: Kies een tempo, bij voorkeur 28/30 of hoger. Laat de ploeg 5 halen light, 5 halen medium, 5 halen strong, 5 halen medium, 5 halen light, etc. roeien. Het tempo blijft daarbij gelijk. Er moet contrast in de haal zichtbaar blijven tussen haal en recover. Om het tempo bij de light halen vast te houden moeten wegzet en keermomenten extra snel worden uitgevoerd. Bij de strong halen kan het tempo ook uit de snelheid van de haal worden gehaald. Gelijkheid kan zo nodig worden bereikt door de haal in te korten door de romp minder ver in te buigen.
Doel: Ploeg laten ervaren wat het is om het tempo centraal te stellen en de haal daarop aan te passen. Leren de romplengte voor zo nodig in te korten om gelijk te blijven.
Focus: Let op het blad van de slag en zorg dat je elke haal precies gelijk bent. Kort je haal voor in wanneer je uitpik te laat is. Maak met romp en uitzet een snellere uitpik, wanneer je te snel rijdt of te laat inpikt.
Variatie: Drie series op tempo 30, drie series op tempo 32, drie series op 34 en dan stapsgewijs weer terug naar 30.


Conditioneel – Steigerung
Conditioneel – Tempovariatie
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman