|
Conditioneel – Tempovariatie
|
Oefen: |
Kies een begin en eind tempo en verhoog iedere tien halen het tempo met twee slagen. Bijvoorbeeld tien halen tempo 22, tien halen tempo 24 tot en met tien halen tempo 30. Hiervoor is het noodzakelijk dat de stuur en/of de slag een tempo-app of slagenteller bezit. |
Doel: |
Conditie en gelijkheid verbeteren. |
Focus: |
Let op de hendel(s) en versnel door tot aan het rustpunt. Voel je onderrug en zorg ervoor dat deze bij de uitpik direct keert.
Kijk naar het/de blad/bladen van de slag en doe hem zo precies na dat het lijkt of het je eigen blad is/bladen zijn die bewegen. |
Variatie: |
Bouw het tempo op en vervolgens weer af (zie ook piramidetraining). Kijk waar het maximale tempo ligt dat de ploeg kan halen. Oefen vervolgens met het Rompsmijten, de Wegwerp wegzet en het Hoogspoelen en herhaal de oefening. Kijk hoe hoog het maximale tempo nu ligt. |