De aanpak

Motorisch coachen

De afgelopen twintig jaar zijn de inzichten op het gebied van motorisch leren aanzienlijk verbeterd. Deze inzichten hebben de wijze van coachen binnen de roeiwereld echter nauwelijks veranderd.  In het voorjaar van 2015 begon Jeroen Brinkman te experimenteren met een differentiële aanpak bij het coachen van roeiers. De resultaten van deze differentiële experimenten waren zo overtuigend dat hij nog verder ging door andere recente inzichten van motorisch leren toe te passen op het roeien. De daaruit verkregen inzichten zijn – met de update van begin 2019 – in de roei.app opgenomen. En sindsdien zijn er talloze nieuwe inzichten en verbeteringen in de app opgenomen, om het motorisch coachen nog beter toepasbaar te maken. Momenteel is de roei.app (en de engelse versie daarvan de RowingCoach.app) daarmee wereldwijd toonaangevend op het gebied van motorische coaching voor roeiers. 

Motorische coaching laat de reguliere roeibeweging bij roeiers sneller veranderen, zoals is aangetoond met wetenschappelijk onderzoek (zie hiervoor ook de artikelenreeks van Peter Beek in de Downloadsdownloads). Een coach die motorisch coacht, gebruikt verschillende technieken die het voor roeiers gemakkelijker maakt om hun roeibeweging te veranderen. Een aantal van deze technieken wordt hieronder kort beschreven.

Meer leren over hoe je motorisch leren gebruikt bij je coaching? Check onze Cursussencursussen.


Oprekken bewegingsruimte

De roeihaal van roeiers zit in het spiergeheugen. Deze haal wordt niet iedere keer op exact dezelfde manier uitgevoerd, maar heeft bewegingsvariaties (zwarte lijnen in de tekening hieronder). Deze bewegingsvariaties samen wordt de bewegingsruimte genoemd (de groene balk in de tekening hieronder). Dit spiergeheugen is verandervermijdend: het is erg moeilijk om veranderingen aan te brengen in een beweging die in dit geheugen aanwezig is. Daarom is afleren zoveel moeilijker dan aanleren.

Wanneer het motorisch programma voor de roeihaal geactiveerd wordt door de roeier een reguliere haal te maken, en de roeier tegelijkertijd gevraagd wordt de spieren buiten de bewegingsruimte te laten bewegen, wordt de bewegingsruimte opgerekt. Dit oprekken gaat dus in twee stappen: 1. de roeier activeert de in het speirgeheugen opgeslagen roeihaal; 2. de roeier wordt 'gedwongen' buiten de reguliere bewegingsruimte te bewegen.

Wanneer spieren op deze manier geprikkeld worden, blijkt het voor de spieren gemakkelijker te worden om een verandering in de bewegingsruimte aan te brengen. En dat is gewenst, om de roeier een nieuwe en betere roeibeweging aan te leren.


Motorische oefeningen gebruiken

De roei.app helpt je motorisch te coachen. De app bevat de laatste inzichten op het gebied van motorisch coachen: veel nieuwe oefeningen die hun effectiviteit in de praktijk hebben bewezen. Deze nieuwe oefeningen zijn door Jeroen Brinkman ontwikkeld op basis van zijn ervaringen met motorisch coachen en maken gebruik van wetenschappelijke inzichten op dat vlak. Motorische oefeningen geven zowel een betere transfer (overdracht van het tijdens de oefening geleerde naar de roeibeweging) als een betere retentie (vasthouden van het geleerde) dan klassieke oefeningen. 


Aandacht voor transfereren

Niet elke oefening veranderd de roeihaal. Terwijl dat eigenlijk het uitgangspunt van een oefening zou moeten zijn. De kwaliteit van de transfer is afhankelijk van de gebruikte oefening zowel als de mate van aandacht die de coach besteed aan dat transfereren. Klassieke oefeningen zijn minder geschikt dan motorisch oefeningen. Een standaard transfer vindt plaats door de ploeg een stuk te laten roeien met dezelfde focus als tijdens de oefening is gebruikt (zie de 3-staps interventie: Oplossing aanbieden). In een aantal bijzonder gevallen is er een specifieke transfer beschikbaar, die bij de onderhavige oefening wordt beschreven.


Differentiële aanpak gebruiken

De differentiële aanpak bij motorisch leren stelt het uitgangspunt ter discussie dat hoe vaker de ideale beweging herhaald wordt, hoe beter men in die beweging wordt. Deze aanpak gaat er van uit dat variaties tussen uitvoeringen noodzakelijk zijn om het brein uit te dagen en effectief te leren. Wetenschappelijk is aangetoond dat sporters op deze wijze tot tweemaal sneller leren!

In een differentiële aanpak zorg je ervoor dat de bewegingsruimte wordt opgerekt door heel veel verschillende variaties aan te brengen. Denk bijvoorbeeld aan het aanleren van de juiste rompbeweging door heel veel in te buigen en juist niet in te buigen. Door de inbuighoek van de romp te variëren wordt de juiste hoek gemakkelijker gevonden. 

Onervaren roeiers beschikken niet altijd over de noodzakelijke spiercoördinatie om differentiële oefeningen direct in de boot te kunnen uitvoeren. In dat geval is het verstandig eerst op de ergometer te oefenen. 


Old-way new-way aanpak gebruiken

Effectieve manier voor snelle techniekcorrectie waarbij de oude techniek maximaal gecontrasteerd wordt met de nieuwe techniek. Is als enige aanpak zeer effectief tegen hardnekkig ingesleten techniekfouten. Vormt de basis van het 5-staps leerproces (zie: Oplossing aanbieden).


Focus aanbrengen

Een onderdeel van motorisch coachen is het trainen van de sensoriek van een roeier. Daarbij leert hij hoe hij feedback kan verzamelen op dat wat de boot doet en op zijn roeibeweging. Deze feedback kan hij verzamelen door te voelen (kinistetisch), te luisteren (auditief) en te kijken (visueel). Het trainen van de sensoriek van een roeier vormt een belangrijk onderdeel van het motorisch coachen.  Zie ook: Oplossing aanbieden.


Anders coachen

Coaches die motorisch coachen doen in essentie twee dingen anders:

  1. Ze werken met andere oefeningen, dan de veelgebruikte klassieke oefeningen. Oefeningen met een slechte transfer (bijvoorbeeld stopjes en roeien met ongedraaid blad) worden niet meer ingezet. Daarvoor in de plaats komen nieuwe oefeningen die gebruik maken van een differentiële aanpak. Bij de verschillende oefeningen is achter het type oefening aangegeven of de oefening klassiek, of motorisch is.
  2. Ze bieden die oefeningen anders aan de roeiers aan en gebruiken andere taal. Er is minder aandacht voor het door de roeier cognitief begrijpen van een oefening. De coach legt sterker de nadruk op ervaringsleren, waarbij de sensoriek (focus op…) en motoriek (differentiële aanpak) van de roeier worden ingezet. De roeier leert om zelf feedback te verzamelen over de juiste uitvoering.

© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman