|
De haal |
Benen, romp en armen worden na elkaar gebruikt. De haal start met een felle beentrap. Op ongeveer 40% van de haallengte neemt de romp de stuwing van de benen over. Op ongeveer 60% van de haallengte nemen de armen de stuwing van de romp over.
Op te compenseren voor de versnelling van de boot, die er - vanuit het perspectief van de roeier - voor zorgt dat het water tijdens de haal steeds sneller gaat stromen, moet de hendel(s) versnellen naar de uitpik toe. Deze versnelling zet zich idealiter door tot boven de knieën bij de recovery (J-haal).
Inpik | |
Uitpik en wegzet |