|
Ploeg – Drijfhaal
|
Oefen: |
De roeiers roeien en de boot heeft vaart. Vervolgens wordt door één roeier bij de inpik het blad erin gezet en net zolang gewacht totdat het blad naar de uitpik toe is gedreven. Het lichaam volgt het blad waarbij de volgorde: benen – romp – armen, gewoon wordt aangehouden. |
Type: |
Klassieke oefening. |
Doel: |
Fouten bij het koppelen of het uitlopen van het blad. Alle fouten die veroorzaakt worden doordat de roeier te veel kracht wil geven en daardoor verkrampt roeit. |
Focus: |
Kijk naar het blad om te zien hoe diep het blad in het water ligt. Prik bij aankomst van de hendel bij de romp, met de duimen in de romp om de juiste aanhaalhoogte te voelen. |
Variatie: |
Laat de hele ploeg deze oefening doen, bijvoorbeeld elke tweede of derde haal. Wissel drijfhalen af met gewone halen, de boot heeft immers vaart nodig om deze oefening te kunnen uitvoeren. Zorg ervoor dat de hendel(s) in beide gevallen precies hetzelfde traject doorloopt/doorlopen. |