|
Ploeg – Tubben
|
Oefen: |
Eén of meerdere roeiers houden de boot in balans door licht op te rijden en de bladen plat op het water te leggen (zoals na het commando “vast”). Een beetje oprijden maakt het mogelijk om de hendel op de dij te leggen en de riem tussen water en dij in te klemmen. In een boordvier houden steeds twee roeiers balans, in achten kan een tweetal of viertal roeiers balans houden. In de dubbel twee of dubbel vier kan vaak worden volstaan met één roeier die balans houdt. |
Type: |
Dit is eigenlijk geen oefening maar schept alleen de randvoorwaarden voor een andere oefening wanneer er onvoldoende balans is om deze oefening uit te voeren. Hij zou dus nooit op zichzelf moeten worden uitgevoerd. Om de ploeg te leren balans te houden, zijn de oefeningen Boot over een boord leggen en Boordenslag wel effectief. |
Doel: |
Deze oefening zorgt ervoor dat het gebrek aan balans niet storend werkt op een oefening. Hierdoor kunnen de roeiers een bepaalde oefening uitvoeren, zonder last te hebben van balansverstoringen. Gebruik het tubben dus alleen wanneer er daadwerkelijk balansproblemen zijn! |
Focus: |
Let op de riggers om te zien dat de boot recht ligt. Kijk naar het blad om te zien of dat op het water ligt. Voel aan het zitvlak om te zien of de boot recht ligt. |
Variatie: |
Laat iedere keer andere roeiers balans houden. |