Oefen: |
Volg één of meerdere van de volgende stappen:
Stap 1: |
De boeg gaat experimenteren door expres ongelijk te roeien. Laat de boeg zowel als de andere roeier de focus gebruiken, om te horen, zien en voelen wat er gebeurt wanneer er ongelijk wordt geroeid. Wanneer de boeg voldoende heeft geëxperimenteerd, geeft de boeg een seintje aan de twee die vervolgens begint te experimenteren. Net zolang tot de slag aan de beurt is, dan functioneert de drie of de zeven even als slag. De hele ploeg heeft nu ervaren hoe het is als ze zelf of als andere ongelijk roeien. |
Stap 2: |
De slag probeert door variaties in kracht en tempo de ploeg te “lossen”, de ploeg probeert binnen een vastgesteld aantal halen te volgen. Zijn er meer dan dit aantal halen nodig om weer gelijk te komen, dan wint de slag, anders de ploeg. Ervaren ploegen volgen in dezelfde haal (binnen één haal) of de direct daaropvolgende haal (binnen twee halen). Gemiddelde ploegen gebruiken 3-4 halen, onervaren ploegen hebben 5 of meer halen nodig. De slag heeft de verplichting om de wisselingen “volgbaar” uit te voeren. Dus bijvoorbeeld niet in één haal van light paddle naar volle kracht maar bijvoorbeeld in twee of drie halen. |
Stap 3: |
Doe stap twee waarbij de roeiers hun ogen dicht doen. Daarmee wordt het horen en voelen van de gelijkheid belangrijker dan het zien. Zie ook: Met de ogen dicht roeien. |
Stap 4: |
Herhaal stap 2 en/of stap 3 waarbij een van de andere roeiers in de ploeg als 'slag' wordt aangewezen. |
|