Roeifouten

Ploeg – Ongelijke haallengte

Fout: De haallengte van de verschillende roeiers in de ploeg is niet gelijk. Deze fout lijkt erg op de volgende fout Ongelijke haalsegmenten, het stellen van een juiste diagnose is daarom belangrijk.
Waar-
nemen:
Riemen: kijk naar de riemhoeken van inpik en uitpik en de parallelliteit van de riemen.
Oorzaak: Postuur (lengte van de roeier) en/of fouten in de roeibeweging (te kort voor en/of te kort achter).
Gevolg: De afstand die het blad in het water aflegt is niet gelijk. Bij een gelijke in- en uitpik zijn de snelheden van de bladen door het water dus ongelijk en daarmee ook de bijdrages van de individuele roeiers aan de bootsnelheid. Hierdoor is het moeilijk gelijk te roeien en is er weinig synergie in de ploeg. Snelheidsverlies.
Remedie
boot:
De ploeg vanaf de zijkant bekijken (wal of vlot). Leg de boot stil en laat ze eerst bij de inpik en dan bij de uitpik zitten. Laat de korte roeiers voor met hun borst tegen de benen inpikken en achter hun romp wat verder achterover vallen. Laat de lange roeiers voor en achter rechtop blijven zitten. Gebruik de oefening Rompzwaai variëren om te leren de uitpik verder of minder ver te maken en de oefening Inbuigen oefenen om te leren de inpik verder of minder ver te maken.
Zijn de individuele lengteverschillen te groot, dan zo laten. Eventueel een ploeg samenstellen waarbij het postuur van de roeiers beter bij elkaar past. De roeier met de kortste haal op slag zetten.
Feedback: Gevoelsmatig door de rotatie van de romp te voelen bij in- en uitpik. Visueel door te kijken naar de positie van de hendel(s) bij de inpik ten opzichte van de rigger.


Ploeg – Geen cadans in de ploeg
Ploeg – Ongelijke haalsegmenten
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman