
|
Riemlengte
|
Begrip: |
Lengte van de riem. De riemlengte wordt bij de binnenhendel gesteld. Door de riemlengte aan te passen kunnen bij gelijkblijvend verzet en span/dolafstand de overlap/overshoot worden aangepast. Zie ook:
Verzet (kracht)
Span (scullen)
Dolafstand (boordroeien)
Overlap (scullen)
Overshoot (boordroeien)) |
Maten: |
Gemeten in centimeters. Boordriem: 367cm – 375cm Scullriem: 280cm – 291cm |
Effect: |
+ |
De afgelegde weg van het blad in het water wordt langer. |
– |
De afgelegde weg van het blad in het water wordt korter. |
|
Meten: |
Met behulp van een rolmaat/meetlint of schaalverdeling op de riem. De lengte wordt gemeten vanaf het midden van het blad tot en met het uiteinde van de hendel. |