|
Ploeg – Ongelijke bewegingsvolgorde |
Fout: | De bewegingsvolgorde in de halen van de verschillende roeiers in de ploeg is niet gelijk. Per definitie zijn de in- en uitpik van de ploeg wel gelijk. |
Waar- nemen: |
Benen: ga schuin achter de ploeg fietsen/varen en kijk naar de gelijkheid van de benen. Rompen: ga schuin achter de ploeg fietsen/varen en kijk naar de gelijkheid van de rompen. Armen: ga schuin achter de ploeg fietsen/varen en kijk naar de gelijkheid van de armen. |
Oorzaak: | De bewegingsvolgorde van de haal (inpik – benen – romp – armen – uitpik – armen & romp – benen) verschilt. |
Gevolg: | Ongelijk rijden en/of een ongelijke haal. Roeiers bewegen niet gelijk en leveren op bepaalde punten individueel meer kracht dan de ploeg, waardoor de roeiers onnodig sneller moe zijn. Snelheidsverlies. Symptomatisch voor zogeheten ‘werkboten’ waar de roeiers allemaal erg hard aan het werk zijn, en waar de snelheid achterblijft bij de geleverde inspanning. |
Remedie boot: |
Allereerst analyseren waar de ongelijkheid ontstaat, dit kan per roeier verschillen. Vervolgens de passende oefeningen kiezen: Ongelijkheid in de recover, zie: Ongelijke recover; Ongelijkheid in de haal: Haalvolgorde oefenen. Roeien met individuele (en dus mogelijk verschillende) accenten waarbij elke roeier een correctie op de bewegingsvolgorde krijgt aangereikt om zijn zwakte ten opzichte van de ploeg te compenseren. Dit gedurende verschillende trainingen zo lang als nodig herhalen. |
Feed- back: |
De juiste bewegingsvolgorde en daarbinnen een gelijke krachtverdeling is essentieel. Door te focussen op de kracht waarmee de hendel(s) aan de riemen trekt/trekken, kan het krachtverschil met de ploeg worden gevoeld. |
Ploeg – Ongelijke haalsegmenten | |
Ploeg – Ongelijke uitpik |