Oefeningen

Haal – Aanhaalhoogte oefenen

Oefen: Stel eerst vast dat de roeier niet diept. Wanneer dat het geval is, ligt de hoogste punt van de hendels midden in de haal en niet aan het eind. Begin dan eerst met de oefening Bladhoogte variëren. Deze oefening bestaat uit een aantal stappen, ga pas verder naar de volgende stap wanneer de huidige stap goed beheerst wordt.
Stap 1: Vraag de roeier daarna om de hendels niet met een bocht bovenlangs naar zich toe te trekken (""), maar de hendels aan het eind van de haal omhoog te brengen (""). Dit resulteert in een hendel die vrijwel in een rechte lijn naar de borst getrokken wordt. Lukt dat ook nog onvoldoende, vraag dan de roeier de eerste helft van zijn haal met half bedekt blad en de tweede helft van de haal met vol bedekt blad te roeien. Laat hem naar zijn blad kijken hoe dat lukt.
Stap 2: Vraag de roeier achtereenvolgens drie halen te maken waarbij de hendel(s) ter hoogte van de buik worden aangehaald, drie halen ter hoogte van de borst, gevolgd door drie halen ten hoogte van de buik en drie halen ter hoogte van de heupen. Dus de aanhaalhoogte variëren: borst, buik, heup, buik, borst, buik etc.
Stap 3: Vraag de roeier de hendel(s) op borsthoogte aan te halen en deze vervolgens bij de uitpik in de schoot te drukken (""). De borsthoogte wordt gebruikt omdat de hendel(s) vanzelf naar beneden zakken (overcompensatie). Hierbij de hendel(s) eerst naar beneden drukken en vervolgens pas draaien (drukken & draaien). 
Type: Stapsgewijze motorische oefening van Jeroen Brinkman. Gebruikt stappen om het effect te maximaliseren. Maakt gebruik van een Differentiële aanpak.
Doel: Goed aanleren om op de juiste hoogte aan te halen. 
Focus: Aandacht van de roeier op de hendels. Bij scullen kunnen de duimen gebruikt worden om in borst of buik te prikken. Daarbij kan de aanhaalhoogte worden gevoeld. Let daarbij op zowel de juiste hoogte als wel dat de beide duimen op gelijke hoogte in het lijf prikken. 
Transfer: De roeier ten slotte vragen om met de hendel(s) vanaf de inpik een liggende J te schrijven: “”. Zie ook J-haal. Een alternatief is de roeier te vragen de hendels om een imaginaire bal voor zijn buik heen te draaien (""). Wanneer de beweging te klein is, vraag dan om de bal wat groter te maken. Zo nodig de beweging wat vloeiender laten uitvoeren door de roeier te vragen om te roeien waarbij het er uit ziet of hij het al 20 jaar zo doet, in plaats van dat hij het net geleerd heeft.

Haal – Rompzwaai variëren
Beheersing – 3 vol, 3 spoel
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman