|
Aanleggen aan het vlot |
Kijk hier Soorten commando's voor de betekenis van AC, UC en BC. De stuur begint met het aankondigingscommando:
AC: We gaan aanleggen aan bakboord/ stuurboord…
Vervolgens wordt de bootsnelheid tijdig teruggebracht met het commando:
UC: …light paddle…
De roeiers brengen de snelheid terug door licht te halen.
Eventueel kan hier het UC: …spoelhaal… worden gegeven, wanneer de snelheid nog verder moet worden teruggebracht (dit is standaard bij achten).
De roeiers brengen de snelheid terug door nog lichter te halen.
En wordt weer attentie gevraagd met het commando:
AC: …we naderen het vlot…
Geef vervolgens het UC: …laat lopen… (zie: Het roeien onderbreken).
Wanneer er nog andere boten aan het vlot liggen kan het UC: …pas op de riemen aan bakboord/stuurboord… worden gegeven (zie: Obstakels vermijden).
UC: …riemen aan bakboord/stuurboord hoog…
De roeiers brengen de bakboord/stuurboord riemen omhoog.
UC: …boeg kijkt mee…
Zorgt ervoor dat de boeg de punt in relatie tot het vlot in de gaten houdt.
Mede op zijn aanwijzen kan vervolgens door de stuur worden gehouden. De roeiers blijven hier de commando’s van de stuur volgen.
Geef tenslotte het commando …stuurboord/bakboord houden. (zie: Door houden een bocht maken).
De roeiers houden en pakken het vlot vast wanneer dat kan. De bladen worden boven op het vlot gelegd. Aan het andere boord worden de bladen plat op het water gelegd.
Bij aanleggen aan een hoge wal wordt daarnaast het commando …bakboord/stuurboord slippen. gegeven (zie: Obstakel aan één zijde).
Loskomen van de kant | |
Uitstappen |