Paal
|
|
Zie riem ( R). |
Piket
|
|
Baanmarkering: een stok met een vlaggetje er aan die in het water drijft of in de grond gestoken is. |
Pikhaak
|
|
Stok met haak en punt om de boot af te houden of aan te trekken dan wel zaken uit het water op te vissen. |
Pilaar
|
|
De pilaar (ook wel het mannetje) is bij een houten boot een rechtopstaand stuk hout tussen de bint en de inwendige kielbalk. |
Pimenoven
|
|
Roei-oefening waarbij alleen met de benen wordt gegroeid. Zie ook: Pimenoven. |
Piramidetraining
|
|
Conditionele roeioefening. Zie ook: Piramidetraining. |
Plaatsen (het blad)
|
|
Het in het water plaatsen van het blad bij de inpik. Zie ook: Inpik. |
Plakkende hendel(s)
|
|
Roeifout waarbij de hendel(s) even stilstaan bij de uitpik. Zie ook: Plakkende hendel(s). |
Plakkende romp
|
|
Roeifout waarbij de romp even wacht op het wegzetten van de armen. Kenmerk van de klassieke haal. Zie ook: Plakkende romp. |
Planeerrem
|
|
Hulpmiddel om de roeier zwaarder te belasten en om de roeier te leren om te gaan met de bootversnelling tijdens de haal. Zie ook: Planeerrem. |
Ploeg steunt de slag onvoldoende
|
|
Ploegfout waarbij de ploeg de slag onvoldoende volgt. Zie ook: Ploeg steunt de slag onvoldoende. |
Prioriteren
|
|
Tweede stap in het verhelpen van roeifouten, waarbij de belangrijkste fout bepaald wordt. Zie ook: Prioriteren. |