Oar(s)
|
|
Engels woord voor boordriem(en). |
Observeren
|
|
Tweede stap in het verhelpen van roeifouten, waarbij de roeifouten onderkend worden. Lees verder: Roeier(s) observeren. |
Oefengiek
|
|
Een wherry voor vier boordroeiers. |
Olbrecht (trainingsvorm)
|
|
Moderne trainingsvorm die gebruik maakt van vier trainingsvormen. Lees verder: Olbrecht – Toelichting trainingsvormen. |
Omgekeerde piramide
|
|
Roei-oefening om tempo en kracht van elkaar los te koppelen. Lees verder: Omgekeerde piramide. |
Onder je schouders doorrijden
|
|
Roeifout waarbij tijdens het oprijden de romp steeds minder inbuigt. Lees verder: Onder je schouders doorrijden. |
Ondersteunende feedback
|
|
Hulp van de coach/instructeur aan de roeier door feedback te geven op hetgeen op dit moment bij de roeier gebeurt. Lees verder: Oplossing aanbieden. |
Ongedraaid blad
|
|
Zie ongeklipt blad: (O). |
Ongeklipt blad
|
|
Roei-oefening, waarbij de bladen niet gedraaid mogen worden. Lees verder: Ongeklipt blad. |
Ongelijke bewegingsvolgorde
|
|
Ploegfout, waarbij de roeiers niet gelijk roeien. Lees verder: Ongelijke bewegingsvolgorde. |
Ongelijke haallengte
|
|
Ploegfout waarbij de halen van de roeiers niet gelijk zijn. Lees verder: Ongelijke haallengte. |
Ongelijke haalsegmenten
|
|
Ploegfout waarbij een of meerdere voetenborden niet goed gesteld is. Lees verder: Ongelijke haalsegmenten. |
Ongelijke inpik
|
|
Ploegfout waarbij de inpik niet gelijk is. Lees verder: Ongelijke inpik. |
Ongelijke krachtverdeling
|
|
Ploegfout waarbij de kracht in de haal ongelijk verdeeld is. Lees verder: Ongelijke krachtverdeling. |
Ongelijke recover
|
|
Ploegfout waarbij de bewegingsvolgorde of timing in de recover ongelijk is. Lees verder: Ongelijke recover. |
Ongelijke uitpik
|
|
Ploegfout waarbij de uitpik ongelijk is. Lees verder: Ongelijke uitpik. |
Op de armen inpikken
|
|
Roeifout waarbij de benen niet als eerste gebruikt worden. Lees verder: Op de armen inpikken. |
Opdraaien
|
|
Draaien van het blad van een horizontale in een verticale stand (voor de inpik) en van een verticale in een horizontale stand (na de uitpik). |
Oploophoogte
|
|
Afstelbegrip: het hoogteverschil tussen voor- en achterzijde van de sliding. Lees verder: Oploophoogte. |
Oplopen
|
|
Inhalen. |
Oplossing aanbieden
|
|
Vijfde en laatste stap in het verhelpen van roeifouten, waarbij de fout daadwerkelijk verholpen wordt. Lees verder: Oplossing aanbieden. |
Oplossing kiezen
|
|
Vierde stap in het verhelpen van roeifouten, waarbij oplossing bepaald wordt. Lees verder: Oplossing kiezen. |
Opriggeren
|
|
Het bevestigen van de riggers op de boot. Zie ook afriggeren: (A). |
Oprijden
|
|
Met het bankje naar voren rijden door de benen vanuit een (bijna) gestrekte stand te buigen. |
Oproeibaan
|
|
Van de wedstrijdbaan afgescheiden roeibaan, vaak gemarkeerd met boeien, die wordt gebruikt om de ploegen naar de start te laten roeien. |
Outrigger
|
|
Zie rigger: (R). |
Overlap
|
|
Afstelbegrip: bij een scullboot het aantal centimeters dat beide riemen elkaar overlappen. Lees verder: Overlap. |
Overlengte
|
|
Afstelbegrip dat bij een boordboot aangeeft hoever de dol van het midden van de boot af staat. Lees verder: Overlengte. |
Overnaads
|
|
Bouwwijze van een boot, waarbij de huid bestaat uit planken die met overlap bevestigd zijn. |
Overslaan
|
|
Misslag waarbij het blad over het water heen schiet omdat er kracht op de riem wordt gezet zonder dat het blad in het water is. |
Overslag
|
|
Klepje dat dol afsluit, zodat riem er niet uit kan. Ook wel dolklep genoemd. |