|
Ritme |
Het ritme in een roeiboot is alles wat de haal onderscheid van een Ruitenwisserhaal. Dus:
Uitpik: een moderne wegzet, zie de oefening
Rompsmijten.
Recovery: vervolgens vlot oprijden en geen:
Appeltaart met slagroom syndroom.
Haal: daarna een accent op de beentrap, zie de oefening
Drukopbouw oefenen.
- En tenslotte de haal versneld maken en geen:
Drukverlies tijdens de haal.
Het ritme in de roeihaal kenmerkt zich door twee snelheden en een snelle inpik. De haal begint met een felle beentrap. Daarna wordt/worden de hendels doorversneld tot en met het rustpunt (¼ bank) om te compenseren voor de bootversnelling. Het oprijden is beheerst en gelijkmatig. De roeier ervaart dit als een roeibeweging in twee delen: de haal versneld en het oprijden gelijkmatig.
![]() |
Tempo |