Gang
|
|
Plank of achter elkaar liggende rij planken bij een overnaadse boot. |
Geen balans in de boordboot
|
|
Roeifout waarbij de boordboot niet recht ligt maar om zijn lengte-as draait. Zie ook: Geen balans in de boordboot. |
Geen balans in de scullboot
|
|
Roeifout waarbij de scullboot niet recht ligt maar om zijn lengte-as draait. . Zie ook: Geen balans in de scullboot. |
Geen cadans in de ploeg
|
|
Roeifout waarbij het ritme van de roeibeweging niet goed is. Zie ook: Geen cadans in de ploeg. |
Geen core stability
|
|
Roeifout die ervoor zorgt dat de boot moeilijk recht blijft liggen. Zie ook: Geen core stability. |
Drukverlies tijdens de haal
|
|
Roeifout waarbij het blad in de eindhaal geen voortstuwing meer levert. Zie ook: Drukverlies tijdens de haal. |
Geen druk na de inpik
|
|
Roeifout waarbij de druk na de inpik te traag wordt opgebouwd. Zie ook: Geen druk na de inpik. |
Geen watervrije recover
|
|
Roeifout waarbij het water tijdens de recover wordt aangeraakt. Zie ook: Geen watervrije recover. |
Giek
|
|
Andere (ouderwetse) naam voor een boordroeiboot. |
Gladde boot
|
|
Boottype gebruikt voor wedstrijden. Deze boot heeft alleen een inwendige kiel en een gladde huid, vandaar de naam. |
Grundellat
|
|
Onderdeel van de boot. Lat op het dolboord of boordrand. Wordt ook wel lijfhout genoemd. |