Inbuigen
|
|
Door een kanteling van het bekken vanuit de heupen de romp naar voren brengen (na het wegzetten en voor het oprijden). |
Ineengedoken zitten
|
|
Roeifout waarbij de roeier ineegedoken zit. Zie ook: Ineengedoken zitten. |
Inkorten
|
|
De haal korter maken. Dit wordt vaak gedaan door de romp voor de inpik iets minder in te buigen. |
Inpik
|
|
De beweging waarmee het blad van de riem in het water gebracht wordt. Zie ook: Inpik. |
Inpikrietje
|
|
Hulpmiddel om ervoor te zorgen dat de inpik ver(der) van de roeier af is. Zie ook: Inpikrietje. |
Instapplankje
|
|
Zie voetenplankje ( V). |
Interveniëren
|
|
Vierde en laatste stap in het verhelpen van roeifouten, waarbij de fout daadwerkelijk verholpen wordt. Zie ook: Interveniëren. |
Intrekken (riemen)
|
|
De riemen naar binnen trekken, zodat de totale breedte van de boot smaller wordt. Zie ook: Intrekken (riemen). |