Uit de kolken lopen
|
|
Bij meermansboten: de afstand tussen de laatste kolk in het water die de vorige haal heeft achtergelaten en de plek waar de slag zijn riem voor de nieuwe haal in het water zet. De afstand is een maat voor de kracht waarmee wordt geroeid: de boot loopt dan goed uit de kolken. |
Uit het boord vallen/scheef zitten
|
|
Roeifout waarbij de roeier tijdens de roeibeweging zijn romp heen en weer beweegt. Zie ook: Uit het boord vallen/scheef zitten. |
Uitbrengen
|
|
De boot vanuit de loods in het water leggen. Zie ook: Uit de loods tillen. |
Uitlengen
|
|
Roei-oefening waarbij de haal steeds langer wordt gemaakt. Zie ook: Uitlengen. |
Uitlopen
|
|
Roeifout, waarbij het blad te langzaam uit het water komt. Zie ook: Uitlopen. |
Uitpik
|
|
De beweging waarmee het blad van de riem uit het water gehaald wordt. Zie ook: Uitpik. |
Uittrappen
|
|
Met je voeten tegen het voetenbord duwen waardoor de benen (bijna) worden gestrekt. |
Uitzet
|
|
Zie uitpik. |