Roeiwoordenboek

T

Taft

  Kunststof doek waarmee de bovenzijde van een houten boot aan voor- en achterkant is dichtgemaakt.

Te laat klippen (opdraaien)

  Roeifout waarbij de roeier te laat zijn blad verticaal draait. Zie ook: Te laat klippen (opdraaien).

Onbeheerst oprijden

  Roeifout waarbij de roeier niet goed naar voren oprijdt. Zie ook: Onbeheerst oprijden.

Te ver doorvallen

  Roeifout waarbij de roeier zijn romp te ver naar achteren laat doorvallen. Zie ook: Te ver doorvallen.

Te ver inbuigen

  Roeifout waarbij de roeier zijn romp te ver naar voren inbuigt. Zie ook: Te ver inbuigen.

Te vroeg oprijden

  Roeifout waarbij de roeier te vroeg zijn benen buigt. Zie ook: Te vroeg oprijden.

Te weinig doorvallen

  Roeifout waarbij de roeier na zijn uitpik te rechtop zit. Zie ook: Te weinig doorvallen.

Te weinig inbuigen

  Roeifout waarbij de roeier na het inbuigen te rechtop zit. Zie ook: Te weinig inbuigen.

Tempo

  Aantal halen per minuut.

Tempotraining

  Conditionele roei-oefening die als doel heeft het temp omhoog te brengen. Zie ook: Tempotraining.

Tempovariatie

  Conditionele roei-oefening die tot doel heeft met verschillende tempi te (leren) roeien. Zie ook: Tempovariatie.

Tien kleine kaboutertjes

  Conditionele roeioefening. Zie ook: Tien kleine kaboutertjes.

Trekstang

  Stang(en) van rigger die naar achterzijde van boot wijst.

Trim

  Afstelbegrip dat de ligging van de lengterichting van de boot ten opzichte van het water aan geeft. Zie ook: Trim.

Tub

  Een wherry geschikt voor boordroeien.

Tubben

  Boot in balans houden door één of meer roeiers hun bladen op het water te laten leggen. Zie ook: Tubben.

Twee

  Smalle boot met daarin twee roeiers die ieder één of twee riemen hebben. Zie ook: Twee.

S
U
© 2016 - 2024 Jeroen Brinkman