C1
|
|
Stabiele boot met daarin één roeier die twee riemen heeft. Lees verder: C1. |
C2 met stuurman
|
|
Stabiele boot met een stuur en daarin twee roeiers die ieder een riem hebben. Lees verder: C2 met stuurman. |
C2x
|
|
Stabiele boot met of zonder een stuur en daarin twee roeiers die ieder twee riemen hebben. Lees verder: C2x. |
C4
|
|
Stabiele boot met een stuur en daarin vier roeiers die ieder één of twee riemen hebben. Lees verder: C4. |
Catch
|
|
Zie inpik: (I). |
C-boot
|
|
Open roeiboot, die smaller is dan een Wherry. |
Clam
|
|
Clip-on Load Adjusting Mechanism. Ring die op de manchet - tussen dol en kraag - geplaatst wordt om de riem lichter te maken. Lees verder: Verzet. |
Clippen
|
|
Zie klippen: (K). |
Coachprotocol
|
|
Een gestructureerde aanpak die gebruik maakt van inzichten in het motorisch leren en die er op gericht is de interventie te optimaliseren. Lees verder: Oplossing aanbieden. |
Collectieve fout
|
|
Roeifouten die het merendeel van de roeiers in de ploeg hebben, maar die in weze individuele fouten zijn. Lees verder: Collectieve fout. |
Concept2
|
|
Amerikaans leverancier van ergometers en riemen. Zie ook ergometer: (E). |
Contrast
|
|
1. Contrast tussen inspanning tijdens de haal en ontspanning tijdens de recover. 2. Contrast tussen de haal en het relatief snelle eerste gedeelte van de wegzet, en de relatieve rust tijdens het oprijden. |
Cybernetische oefening
|
|
Oefening waarbij de roeier gebruik maakt van de feedback die door de boot gegeven wordt. Hiervoor zijn de skiff, C1 en tweezonder bij uitstek geschikt. Lees verder: Cybernetische oefening. |